Vaderteam ZPC Amersfoort dijt steeds verder uit
Het 'vaderteam' van ZPC Amersfoort is binnen de club al jaren een begrip. Sinds dit seizoen spelen de mannen - die dankzij hun kroost zijn gestart met waterpolo - daadwerkelijk competitie. Er komt een moment dat we gaan winnen"
Het was destijds even zoeken naar badwater voor de groep vaders die zich in 2017 meldde bij de waterpolocommissie van ZPC Amersfoort. De veertigers wilden zelf wel eens proberen om te waterpoloën. Ze keken immers elke week naar hun zonen en dochters die in de F’jes, E’tjes en D’tjes actief waren. De vaders hadden op de tribune een klik en om meer gevoel bij het spelletje te krijgen leek het ze daarom een goed idee om zelf maar eens de zwembroek aan te trekken.
Er werd twee keer per week een uurtje badwater gecreëerd. Op de ene dag werd er vooral veel gezwommen en op de andere dag kwam de bal erbij. Andere teams binnen de vereniging waren erg gecharmeerd van dit initiatief en bleken graag bereid om trainers te leveren en zo de mannen de fijne kneepjes van het vak te leren. “Ja, aan trainers hadden we echt nooit tekort”, blikt lid van het eerste uur Sebastiaan Dörr (47) terug op die begintijd.
Inmiddels heeft de groep wel vaste trainers. Thijs de Gier en Remco Hooft staan de mannen wekelijks bij in hun blijvende ontdekkingstocht in het water. Het bijzondere is dat Thijs een van de kinderen is die de vaders in 2017 aanzetten tot deze ‘sprong in het diepe’. Hij is inmiddels 16 jaar, een boom van een vent en ‘weggekaapt’ door UZSC, maar in de rol van trainer nog prettig betrokken bij de Amersfoortse club. En vader Chris is apetrots en nog altijd vast onderdeel van het ‘vaderteam’.
VRIJBLIJVEND ÉN FANATIEK
De vaste kern van zes spelers is inmiddels uitgedijd tot een groep van vierentwintig man met een gemiddelde leeftijd van ruim 45 jaar. Een doorsnee waterpoloteam is jaloers op de opkomst van deze mannen. En de voorbijganger is onder de indruk van het fanatisme. Een serieuze warming-up wordt opgevolgd door een volwaardig inzwemprogramma en pas als er verschillende spelsituaties zijn geoefend, is het tijd voor een afsluitend partijtje. “Het leuke is dat we allang geen groep meer zijn met vaders van kinderen op de club. Ook buurmannen en andere kennissen sluiten zich bij ons aan”, vertelt Oscar van Doorn die sinds 2021 is aangehaakt. “Anderen kiezen voor een sportschool met gewichten, wij kiezen voor het waterpolo op een hele vrijblijvende manier. Sommigen kunnen amper zwemmen”, zegt hij met een knipoog, “maar ze voelen zich net zo welkom als anderen die misschien iets beter zwemmen, maar nog altijd niet goed genoeg zijn om zich bij een ander herenteam in te schrijven.” Daarmee raakt Van Doorn de kern van het succes. “Het blijft lastig om als groentje op leeftijd in te stromen bij reguliere teams die veel meer ervaring hebben. Daar spelen ze toch een stukje sneller en harder, waardoor de kans groot is dat je als beginneling snel afhaakt. Bij ons is iedereen welkom!”
STEEDS DICHTERBIJ DE WINST
“Normaal gesproken begin je natuurlijk nooit op je veertigste met waterpolo”, lacht de 48-jarige Joost Kleuters. “Maar op deze manier is het voor iedereen te doen.” Helemaal vrijblijvend is het voor een groot deel van de groep sinds dit seizoen overigens niet meer. Alleen ongebonden wat trainen zit er voor hen niet meer in. “Het was altijd al de bedoeling om het niet alleen bij trainen en onderlinge partijtjes te houden en sinds dit seizoen spelen we daadwerkelijk competitie”, zegt Dörr die meestal op de midachterpositie te vinden is. Hij hield aan het eind van vorig seizoen een vlammend betoog en wist zestien man zo ‘gek’ te krijgen om ook in wedstrijdverband de strijd aan te gaan. Als Heren 12 spelen ze nu hun wedstrijden in de Vierde Klasse C tegen reserveteams van omliggende clubs. De mannen staan puntloos onderaan, maar dat mag de pret niet drukken. “We hebben andere doelen. Zo hebben we in zeven wedstrijden al achttien keer gescoord. Daar zijn we enorm trots op”, houdt Van Doorn (positie 1 en 2) de moed erin. “We hoeven niet steeds te winnen, als we maar winnen ten opzichte van de vorige keer. Dus als we de eerste wedstrijd met 10-2 hebben verloren, willen we de volgende keer met minder doelpunten verschil verliezen.” Kleuters: “Zo kruipen we steeds dichter naar de winst toe.”
LEERPROCES
Trainer-coach Remco Hooft: “We hebben altijd genoeg spelers voor de wedstrijden. We hebben zelfs een keer iemand achter moeten laten, haha.” Het lukte de mannen een paar maanden geleden om een gasttraining te regelen met oud-damesbondscoach Paul Metz. “Dat heeft ook z’n vruchten afgeworpen. Er wordt echt serieus getraind en de progressie is zichtbaar. Omdat ze nu meer wedstrijden spelen, gaan ze die ook steeds beter begrijpen. Dat is mooi om te zien.” Van Doorn: “We zijn nu aan het leren om competitie te draaien, want dat is echt wat anders dan een wedstrijdje tegen elkaar. Om het ‘echie’ gaat het er een stuk harder aan toe. Daar moet je aan wennen. Als je er in de training een paar ballen in schiet, betekent dat nog niet dat je het spelletje ook snapt. In de wedstrijd kun je zo met drie p’tjes op de kant komen te zitten. We hebben namelijk een nogal hoog Jack Russel-gehalte.”
“En we moeten leren omgaan met de wedstrijdspanning”, vervolgt Dörr. “Onlangs moesten we naar Mijdrecht. We kwamen in de file en waren net op tijd voor de wedstrijd. Als kleine kinderen waren we nerveus. In de kleedkamer was iedereen doodstil. Dat je dat op je bijna vijftigste nog kan meemaken, prachtig toch! We hebben plezier voordat we gaan en we hebben plezier als we het bad uitkomen. Niemand geeft op en niemand maakt elkaar verwijten.”
En buiten het water weten ze elkaar ook goed te vinden. Op trainingsdagen ontploft de groepsapp met ludieke aan- en afmeldingen en na de training gebeurt het geregeld dat ze het licht uitdoen in het clubhuis. En ondertussen houdt de instroom aan. “We zijn het laagste team, dus iedereen blijft welkom. Dat is ook de kracht van onze groep. Geen probleem als je nog geen borstcrawl kan, zo zijn wij ook begonnen. Er komt een tijd dat je wedstrijden speelt”, is Dörr stellig. “En er komt een moment dat we gaan winnen”, voegt Van Doorn daar snel hoopvol aan toe. “Dat moet toch voor mijn vijftigste echt een keer gaan gebeuren. Ik ben nu 46, dus ik heb nog vier jaar.”
OOK EEN ‘MOEDERTEAM’
In navolging van het vaderteam heeft ZPC Amersfoort sinds dit seizoen ook een groep moeders in het water liggen die wekelijks de beginselen van het waterpolo leert. “Zij zijn net als wij gewoon begonnen door mensen aan te spreken op de tribune. Binnen no-time zijn ze gegroeid tot een vaste kern van tien dames. Je moet even iemand hebben die dat opzweept, maar er blijken genoeg ouders te zijn die zelf niet meer sporten, maar dat wel weer willen gaan doen. Het waterpolo vinden ze over het algemeen erg leuk omdat ze het van hun kinderen zien”, legt Van Doorn uit. “Het is hierbij belangrijk dat je als vereniging er ook voor open staat om dit een kans te geven. Breng niet meteen de volle contributie in rekening, maar zie het als een pilot.”
Dörr droomt nog verder: “Wellicht is het ook iets waar de KNZB iets mee kan. Dat er een recreantencompetitie komt voor ploegen die gewoon laagdrempelig lekker willen ballen en niet perse kampioen willen worden. Ik denk echt dat daar veel behoefte aan is.”
Eerder verschenen in de ManMeer! van december 2023.